Artikel 51 WWM [Onderzoek aan vervoermiddelen. Stopbevel]
De opsporingsambtenaren zijn bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken indien daartoe redelijkerwijs aanleiding bestaat op grond van:
een gepleegd strafbaar feit waarbij wapens zijn gebruikt;
een gepleegde overtreding van de artikelen 13, 26 of 27;
aanwijzingen dat een strafbaar feit als bedoeld onder a of b zal worden gepleegd.
De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid kan slechts worden uitgeoefend ten aanzien van bepaalde vervoermiddelen, indien daartoe jegens deze aanleiding bestaat. De Rechter kan gelasten dat deze bevoegdheid tegenover elk vervoermiddel kan worden uitgeoefend.
De opsporingsambtenaren kunnen van de bestuurders van voertuigen en van de schippers van vaartuigen daartoe vorderen dat deze de vervoermiddelen tot stilstand brengen, deze vervoermiddelen naar een door hen aangewezen plaats overbrengen en overeenkomstig hun aanwijzingen terzake medewerking verlenen.
Last updated