Artikel 28a WvSv [Afstand van rechtsbijstand]
De verdachte kan vrijwillig en ondubbelzinnig afstand doen van het recht op rechtsbijstand, bedoeld in artikel 28, eerste lid, tenzij in dit wetboek anders is bepaald.
Wanneer de rechter of opsporingsambtenaar blijkt dat de verdachte de in het eerste lid bedoelde afstand van recht wil doen, licht deze hem in over de gevolgen daarvan en deelt deze hem mee dat hij van zijn beslissing kan terugkomen. Hiervan wordt proces-verbaal opgemaakt.
PreviousArtikel 28 WvSv [Bijstand door raadsman]NextArtikel 28c WvSv [Overleg met raadsman vóór verhoor]
Last updated