Artikel 341 WvSv [Verklaring van verdachte]
Onder verklaring van den verdachte wordt verstaan zijne bij het onderzoek op de terechtzitting gedane opgave van feiten of omstandigheden, hem uit eigen wetenschap bekend.
Zoodanige opgave, elders dan ter terechtzitting gedaan, kan tot het bewijs, dat de verdachte het telastegelegde feit begaan heeft, medewerken, indien daarvan uit eenig wettig bewijsmiddel blijkt.
Zijne opgaven kunnen alleen te zijnen aanzien gelden.
Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de opgaven van den verdachte.
PreviousArtikel 340 WvSv [Eigen waarneming van rechter]NextArtikel 369a WvSv [Maximumstraf opsporingsambtenaar.]
Last updated