Artikel 3:6 APV [Hinderlijk gedrag bij of in gebouwen]
Het is verboden:
zich zonder redelijk doel in een portiek of poort op te houden;
zonder redelijk doel in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen.
Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van een flatgebouw, appartementsgebouw of een soortgelijke meergezinswoning of van een gebouw dat voor publiek toegankelijk is, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van dat gebouw.
Wordt geoordeeld dat de verboden worden overtreden dan is de overtreder verplicht op een daartoe strekkend bevel of vordering van een ambtenaar, krachtens artikel 1:2 van deze verordening belast met het toezicht op de naleving van deze verordening, zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen over tenminste de door deze ambtenaar aangegeven afstand.
Overtredingen van het in voorgande leden gestelde verbod worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Indien de overtredingen van het in lid 1 gestelde verbod wordt vergezeld door enige vorm van baldadigheid of intimidatie wordt de gedraging gestraft met een hechtenis van ten hoogste 6 maanden of met een geldboete van de derde categorie.
Last updated